'Overal nemen we ongeveer dezelfde maatregelen'

De afgelopen decennia is het duinlandschap in Nederland drastisch veranderd. Van open witte en grijze duinen met een rijke flora en fauna waar zandverstuivingen vrij spel hadden naar dichtgegroeide, grassige duinen waar woekerende uitheemse soorten de oorspronkelijke begroeiing steeds verder verdringen.
Maatregelen
Om het landschap in oude glorie te herstellen voert PWN op verschillende plaatsen werkzaamheden uit. ‘Overal nemen we ongeveer dezelfde maatregelen’, zegt Niels Hogeweg, projectleider natuurontwikkelingen bij PWN. ‘We pakken diverse invasieve exotische gewassen aan en voeren in een aantal gevallen de bovenste laag van de bodem af, zo creëren we ruimte voor het Europees zeldzame “grijze duin”.’
Wat niet iedereen weet is dat in de 20ste eeuw grote delen van de open en stuivende duinen beplant zijn met productiebossen. Veelal naaldbossen. Vandaag de dag hebben de duinen van PWN enkel nog een natuur- en recreatiedoel. PWN richt daarom boszomen in: ‘De nu “harde overgangen” langs de wandelpaden en de productiebossen worden meer open gemaakt door selectief bomen te verwijderen. Zo creëren we ruimte waar struiken kunnen groeien. Dat is belangrijk voor veel dieren zoals vlinders en zangvogels. We maken de duinen aantrekkelijker en het levert meteen mooie brandgangen op.’ De voormalige productiebossen worden toekomstbestendig gemaakt door ze te dunnen. De bossen kunnen zich langzaam omvormen naar een meer natuurlijk duinbos met ook loofbomen en een gezonde leeftijdsopbouw. Aan de westzijde van de duinen laat PWN ook enkele naaldbossen omkappen. ‘Daar zal niet iedereen onmiddellijk voorstander van zijn’, vermoedt Niels. ‘Maar we hebben hier goede redenen voor. Deze bossen staan op plekken waar ze van nature niet thuishoren en waar ze als bos geen toekomstperspectief hebben. Ze verstoren de dynamiek die noodzakelijk is voor gezonde duinen.’
Rekening houden met mens en dier
PWN houdt over de werkzaamheden nauw contact met de partijen die zich betrokken voelen bij natuur en omgeving. Bij alle werkzaamheden wordt rekening gehouden met mens en dier. ‘Bezoekers zullen merken dat het landschap ten goede verandert. Veel overlast van de werkzaamheden zullen ze niet hebben: die vinden plaats in een periode dat er minder recreanten zijn’, vertelt Niels. ‘Ook de dierenwereld verstoren we zo min mogelijk. Door alles buiten het broedseizoen te plannen, en bijvoorbeeld ook door om konijnenholen heen te werken, het terrein eerst ongeschikt te maken voor zandhagedissen zodat die wegtrekken voordat we beginnen en door holle bomen te ontzien waar vleermuizen wonen. Zo stemmen we overal de werkzaamheden af op de soorten die er leven.’